Stel: je bent journalist en bent bezig met een groot stuk voor de landelijke krant. Het is een spannend onderwerp, vergelijkbaar met het datalek van Facebook eerder dit jaar. Je belt een bedrijf op waarmee de redactie goede contacten heeft voor een reactie. Die reactie willen ze wel geven, maar ze moeten even overleggen. Het bedrijf zet je in de wacht, maar dat gaat verkeerd waardoor je alles mee krijgt. Je krijgt cruciale informatie te horen over de zaak, terwijl dat niet de bedoeling is. Mag je wat doen met deze informatie?

Een goede journalist dient de waarheid
In het boek The elements of journalism schetsen auteurs Bill Kovach en Tom Rosenstiel tien ‘regels’ waar een goede journalist aan moet voldoen. Het is echter moeilijk te zeggen waar een journalist precies aan moet voldoen, omdat het in elke situatie apart bekeken moet worden. In het voorbeeld uit de inleiding loop je tegen een ethisch dilemma op. Dien je het volk door de waarheid op te tekenen? Of plaats je het niet omdat het bedrijf je anders niet meer vertrouwt? De eerste regel uit The elements of journalism luidt “de eerste plicht van een journalist is de waarheid.” In theorie zou je de informatie dus moeten gebruiken, om de waarheid te dienen.

Maar daarnaast kun je als journalist niks zomaar voor waar aannemen. Zeker in een tijd vol fake news moet je alles natrekken en check-check-dubbel-checken. Als we kijken naar het voorbeeld kun je er niet vanuit gaan dat wat het bedrijf zegt ook waar is. Dat het cruciale informatie zou kúnnen zijn, betekent niet dat het feitelijk klopt. Het gevaar zit hem in tunnelvisie. Als journalist wil je de voorpagina halen en dat moet allemaal snel, dus zogenaamd factchecken en hoor- wederhoor zit er niet meer bij.

Journalistieke ramp Relotius
Onlangs werd bekend dat journalist Claas Relotius (33), die onder andere schreef voor het Duitse weekblad Der Spiegel, verhalen gedeeltelijk of helemaal verzon. Maar voordat deze ‘journalistieke ramp’ door het weekblad zelf uit de doeken is gedaan, kreeg de jonge journalist zo ongeveer elke journalistieke prijs die er te winnen was voor zijn stukken. Wat zegt dat over de commissie die de prijzen uitdeelt? Doen zij zelf niet aan factchecken? Of is Relotius zo geraffineerd te werk gegaan dat het niet te achterhalen was? Uiteindelijk is het ontdekt door oplettende lezers (zie de link naar het artikel)

Dit journalistieke schandaal is op zijn zachts gezegd niet bevorderlijk voor de geloofwaardigheid in de journalistiek. Aan de ene kant roepen wereldleiders als Donald Trump dat de media ‘niet te vertrouwen is’ en aan de andere kant doemen uit het niets plagiaat- en vervalsingsschandalen op vanuit de journalisten zelf. Tel daarbij de steeds harder achteruitlopende oplages en de omzet van traditionele media op en je zou bijna denken dat je geen journalisten meer hoeft op te leiden: dat beroep bestaat straks niet  meer.

Maar juist daarom moeten jonge journalisten leren hoe het wel moet. Een onderdeel van Fontys Hogeschool voor de Journalistiek (FHJ) in Tilburg is factcheck. Ze bereiden studenten voor op een wereld vol beeldmanipulatie, journalisten als Relotius en leiders als Trump. Ofwel, een wereld waarin je je eigen ogen en oren niet kan geloven. Beeldmanipulatie is in opkomst en maar weinig mensen zijn er van op de hoogte

Rommelen met frames
Een voorbeeld van beeldmanipulatie is het ‘akkefietje’ (of zeg maar gerust akkefiet) tussen CNN verslaggever Jim Acosta en een stagiair van Het Witte Huis. Acosta blijft herhaaldelijk een vragen stellen aan president Trump, maar de president weigert te antwoorden. Wanneer Acosta door blijft vragen, doet de stagiair een poging om de microfoon af te pakken, Acosta grijpt hem terug. Het gevolg: de perskaart van de CNN verslaggever wordt ingetrokken.

Maar waar het echt mis ging, is het moment dat Het Witte Huis de video zelf verspreidde. Er bleek in gemanipuleerd te zijn, zo laat CNN zien in een video (niet de video die hier onder te zien is). Omdat de video via Twitter verspreid is en dus geen audio heeft, blijkt het makkelijker om ermee te rommelen. Volgens de video van CNN hebben ze twee frames uit de video vertraagd, de frames waarin Acosta de microfoon terug grijpt. Zo lijkt het alsof de journalist de stagiair veel hardhandiger aanpakt, dan hij daadwerkelijk deed. Rommelen met beelden schijnt makkelijker en vaker te gebeuren dan we nu denken.

De video waar het over gaat. Op 1:23 grijpt de stagiair (in het rood, achter de Acosta) de microfoon.

Framing
Behalve frames verkorten of vertragen en de edit-trukendoos op te trekken, wordt er ook nog op een veel simpelere manier met beelden gemanipuleerd: framing. Als journalist ben je constant bezig met selecteren en afbakenen van een onderwerp. Voor dit artikel is ook een heleboel relevante informatie weggelaten. Niet omdat het niet belangrijk is, maar omdat je nu eenmaal keuzes moet maken: wat vertel ik mijn lezer en wat niet? Het is niet anders met beeld. Een groepje demonstranten kun je van heel dichtbij filmen, waardoor het er ook honderd kunnen zijn. Of juist een bedrijf waar te kort aan personeel is van veraf filmen, om te laten zien dat er veel bureaus leeg zijn. Dat jij toevallig op een rustige dag langs kwam en de meeste werknemers vrij waren, doet er niet toe, jij hebt je verhaal gekleurd met passend beeld.

Mag je liegen als journalist als dat van belang is voor de journalistiek? Als journalist dien je ten eerste het volk, zij verdienen de oprechte waarheid. Maar leugens in de journalistiek zijn niet te voorkomen. Door slordigheid, snelheid of luiheid van een andere journalist kan een leugen al snel een mediahype worden. Tot ontdekt wordt dat het een leugen is. Dan komen er uitgebreide artikelen over hoe het toch zo uit de hand heeft kunnen lopen. Als er in dat artikel maar wel gefactcheckt wordt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *